De DJUNGELSKOG pluchen speelgoedcollectie zit vol heerlijke vriendjes om mee te spelen en – soms – troost bij te vinden. Maar de collectie heeft nog een belangrijke taak: wilde dieren onder de aandacht brengen die door menselijke activiteiten met uitsterven bedreigd worden. Zoals de orang-oetan. Die leeft in de regenwouden van Borneo, waar bosbranden en ontbossing hebben geleid tot een drastische vermindering van het aantal dieren. Maar deze ontwikkeling kan gekeerd worden.
In 2016 bevond Martin Petri, die zich binnen IKEA bezighoudt met duurzaamheid, zich in een regenwoud op Borneo. Het was warm en vochtig, en van alle kanten hoorde je de indringende geluiden van wilde dieren. Hoog boven in een boom bespeurde hij een orang-oetannest. Ze waren weer terug! ‘In 1983 legde een bosbrand 18.500 hectare regenwoud in de as’, vertelt Martin. ‘Toen Ingvar Kamprad, de opdrachter van IKEA, dat nieuws hoorde, wilde hij een bijdrage leveren aan de wederopbouw van het regenwoud. Sinds 1998 ondersteunt IKEA daarom het project Saw a Seed financieel, met als resultaat dat er tot nu toe al ruim 12.500 hectare regenwoud opnieuw is aangeplant.’
‘Wilde dieren geven een gevoel van vrijheid. Dat geldt vooral voor kinderen die in stedelijke omgevingen wonen,’ zegt kinderpsycholoog Barbie Clarke die lang onderzoek heeft gedaan naar kinderen en hun ontwikkeling. Het natuurlijke leefgebied van de orang-oetan, de panda, de tijger en alle andere DJUNGELSKOG dieren wordt bedreigd. Veel kinderen weten dit en het baart hen grote zorgen. Maar ze maken zich echt niet alleen zorgen, ze zijn ook nieuwsgierig en willen meer te weten komen over de dieren,’ legt Barbie uit. Daarom zijn er ook verschillende boeken in de serie DJUNGELSKOG.
Wij mensen zijn in staat om het natuurlijke leefgebied van dieren te herstellen, net als de biologische diversiteit die voor evenwicht zorgt in de natuur. Kijk maar naar het regenwoud waar Martin Petri geweest is. ‘Sow a Seed is een van de grootste regenwoudprojecten ter wereld. Betrokken onderzoekers hebben waardevolle kennis opgedaan die weer gebruikt kan worden in andere platgebrande of gekapte regenwouden,’ legt Martin uit. Hoe meer regenwoud er in Borneo is, hoe meer orang-oetans er met hun lange armen van boom tot boom kunnen slingeren. Wat een prachtig gezicht.